Ontstaan van de SAS
Kunstgras
Begin jaren ’80 van de vorige eeuw werd het gaandeweg duidelijk dat kunstgras de toekomst was. De KNHB had zelfs laten weten dat spelers van clubs die niet over kunstgras beschikten, niet meer door vertegenwoordigende elftallen zouden worden uitgenodigd. Kortom, kunstgras was voor een club als Schaerweijde noodzaak.
Teneinde de mogelijkheden daartoe, met name de financiële, te onderzoeken, kwam op 18 oktober 1983 een aantal mensen bij elkaar. Op die gedenkwaardige dag werd het idee geopperd om de kuil die gegraven was om de Jan Weverhal en het toenmalige veld 1, uit te breiden. Oftewel het hele complex plus een nog aan te kopen stuk terrein af te graven. Dat aanvankelijk onwaarschijnlijke idee is uitgewerkt en bleek haalbaar.
Ontzanding
Vanaf oktober 1983 heeft het bijna 7 jaar geduurd voor het eerste zand eruit gehaald werd. Daarna duurde het nog 3,5 jaar voor de laatste zandauto het terrein verliet. En ondertussen moesten hockeyers en golfers hun sport kunnen blijven beoefenen. Dat is een hele puzzel geweest. Op een kunstgrasveld kon de club zo lang niet wachten, dus is dat met eigen middelen en inspanningen in 1985 naast de hal aangelegd.
Ontstaan SAS
Bij de aanleg van de Jan Weverhal werd duidelijk dat vastgoeddeskundigheid was vereist bij de omvangrijke vastgoedprojecten van de vereniging. Toen de wens ontstond kunstgrasvelden aan te leggen, werd daarom de Stichting Kunstgrasvelden opgericht, met onder meer vastgoeddeskundigen in het bestuur. In 1990 werd deze stichting omgevormd tot de huidige Stichting Accommodatie Schaerweijde (SAS). De gronden en opstallen van de vereniging zijn op 1 januari 1990 in economisch eigendom overgedragen aan de SAS.